Er is veel te doen rond genetische manipulatie van gewassen, maar wat houdt dat nu juist in? Eenvoudig gezegd is het een technologisch geavanceerde manier om planten te kruisen. Kruising gebeurt al honderden jaren op een simpele manier: de ene plant wordt op de andere geënt, het resultaat is een nieuwe soort. Alleen is dat soort kruising gokwerk: je weet nooit of het wel gaat lukken, en wat het resultaat zal zijn.
Genetische manipulatie is nog steeds veel trial and error, maar op een gedetailleerder niveau: sinds wetenschappers het DNA van organismen kunnen analyseren, wordt de kruising van planten een kwestie van heel specifieke segmenten DNA van de ene plant of soort over te dragen naar de andere plant. Het doel is daarbij om alle ‘goede’ kenmerken van verschillende variëteiten en planten samen te brengen tot één ‘superplant’, die zo resistent mogelijk is tegen ziekten, insecten en slechte weersomstandigheden, zo voedzaam mogelijk is, en zo weinig mogelijk bemesting nodig heeft.
Om tot zulke resultaten te komen zijn natuurlijk miljoenen dollars nodig aan researchbudget, en heel erg veel tijd. Toch zijn er meer dan genoeg bedrijven die investeren in zulk onderzoek, in de hoop dat de resulterede ‘superplanten’ hen op termijn geld zullen uitsparen omdat ze veel gemakkelijker te kweken zijn.
Op zich klinkt dat misschien als een nobel en nuttig doel. Veel bedrijven die zich in genetische manipulatie specialiseren, gebruiken dan ook als argument dat ze gewassen kunnen creëren die bijvoorbeeld in Afrika kunnen groeien ondanks de hitte en de droogte, wat helpt om het hongerprobleem de wereld uit te werken. Er is echter een keerzijde aan die medaille. We bespreken de voor- en nadelen van genetisch gemanipuleerde organismen in meer detail in aparte artikels op deze website, zodat je een gebalanceerd beeld kunt krijgen van de situatie.