De roep om een duurzamer voedselsysteem wordt steeds luider. Ik zie het in mijn eigen omgeving, de groeiende interesse in waar ons voedsel vandaan komt en hoe het geproduceerd wordt. Gangbare landbouwmethoden, gericht op maximale productie, hebben onze planeet en bodems onder druk gezet. Gelukkig groeit er een beweging die niet alleen streeft naar minder schade, maar naar actief herstel: regeneratieve landbouw. Het is een benadering die mij persoonlijk veel hoop geeft, omdat het de potentie heeft om onze relatie met de aarde te helen en tegelijkertijd gezond voedsel te produceren. Dit artikel duikt dieper in wat regeneratieve landbouw inhoudt, hoe het verschilt van biologisch, en waarom ik geloof dat dit wel eens de sleutel zou kunnen zijn tot een werkelijk duurzame voedseltoekomst.
Wat houdt regeneratieve landbouw precies in?
Regeneratieve landbouw is meer dan een set technieken; het is een filosofie, een holistische kijk op landbouw die de natuur als partner ziet, niet als tegenstander. Het fundamentele doel is om de gezondheid van het ecosysteem waarin voedsel wordt geproduceerd te verbeteren en te herstellen. Dit gaat een stap verder dan biologische landbouw, die zich primair richt op het vermijden van synthetische bestrijdingsmiddelen en kunstmest. Regeneratieve landbouw omarmt een breder scala aan principes gericht op het opbouwen van een levende, veerkrachtige bodem, het verhogen van de biodiversiteit, het verbeteren van de waterhuishouding en het vastleggen van koolstof in de bodem. Het streeft ernaar systemen te creëren die zichzelf in stand houden en zelfs verbeteren over tijd, net zoals natuurlijke ecosystemen dat doen. De focus ligt op het herstellen van natuurlijke processen en kringlopen, een benadering die volgens mij essentieel is om de uitputting van onze landbouwgronden tegen te gaan.
De principes in de praktijk: Werken mét de natuur
De principes van regeneratieve landbouw worden op diverse manieren in de praktijk gebracht, vaak geïnspireerd door traditionele methoden en agro-ecologie. Bodemgezondheid staat centraal. Dit betekent vaak minimale of geen grondbewerking (‘no-till’), zoals toegepast door boeren zoals Anne en Ricardo in Malden, om het bodemleven en de structuur niet te verstoren. De bodem wordt continu bedekt gehouden met gewassen of groenbemesters om erosie tegen te gaan, vocht vast te houden en organische stof op te bouwen. Levende wortels in de grond voeden het cruciale bodemleven. Diversiteit is een ander sleutelwoord: vruchtwisseling, mengteelten en de aanleg van bloemrijke randen of natuurinclusieve elementen zoals heggen en bomen (agroforestry) verhogen de biodiversiteit boven en onder de grond, wat het systeem weerbaarder maakt tegen ziekten en plagen. Ook de integratie van vee, mits goed beheerd via bijvoorbeeld mobiele systemen zoals verplaatsbare kippenhokken, kan bijdragen aan bodemvruchtbaarheid en het sluiten van kringlopen.
Innovatieve toepassingen en lokale focus
De regeneratieve beweging brengt ook innovatieve teelten voort die passen binnen deze filosofie. Een interessant voorbeeld is de teelt van lisdodde in natte gebieden, zoals onderzocht in Noord-Brabant. Deze ‘paludicultuur’ gaat bodemdaling tegen, legt CO2 vast, zuivert water en biedt een habitat voor diverse soorten, terwijl de plant zelf gebruikt kan worden als bouwmateriaal. Dit laat zien hoe regeneratieve landbouw kan inspelen op specifieke lokale uitdagingen zoals waterbeheer en klimaatadaptatie. Een ander belangrijk aspect is de nadruk op lokale voedselnetwerken en korte ketens. Door de verbinding tussen boer en consument te versterken, ontstaat meer transparantie en betrokkenheid, wat essentieel is voor een eerlijk en duurzaam voedselsysteem. Initiatieven die regeneratieve boerderijen in kaart brengen helpen consumenten om deze bedrijven te vinden en te ondersteunen.
Regeneratief, biologisch en de wirwar van claims
Een veelgehoorde vraag is hoe regeneratieve landbouw zich verhoudt tot biologische landbouw. Hoewel er veel overlap is in principes zoals bodemzorg en biodiversiteit, is er een belangrijk verschil: ‘regeneratief’ is, in tegenstelling tot ‘biologisch’, geen wettelijk beschermde term met gestandaardiseerde controles. Dit betekent dat de invulling kan variëren. Biologische landbouw, herkenbaar aan keurmerken zoals het EU-bio logo en EKO, verbiedt strikt het gebruik van synthetische bestrijdingsmiddelen en kunstmest. Binnen de regeneratieve beweging streven velen hier ook naar, maar het is geen harde eis voor de term ‘regeneratief’ op zich. Dit gebrek aan een eenduidige, gecontroleerde standaard leidt soms tot kritiek. Grote bedrijven worden ervan beschuldigd de term te gebruiken voor ‘greenwashing’, waarbij ze enkele regeneratieve praktijken toepassen zonder hun afhankelijkheid van chemische inputs fundamenteel te verminderen, zoals critici aanstippen. Dit kan verwarrend zijn voor consumenten.
Certificering als houvast
Om meer duidelijkheid en garantie te bieden, zijn er initiatieven ontstaan voor certificering. Een bekend voorbeeld is het Regenerative Organic Certified® (ROC) keurmerk, opgezet door onder andere Patagonia en het Rodale Institute. Dit keurmerk bouwt voort op de biologische standaard (USDA Organic) en voegt daar strenge eisen aan toe op het gebied van bodemgezondheid, dierenwelzijn en sociale rechtvaardigheid. Ook het Demeter-keurmerk voor biologisch-dynamische landbouw, een van de oudste vormen van regeneratieve landbouw, stelt zeer hoge eisen. Meer recentelijk zijn er ook andere certificeringen ontwikkeld, zoals de standaard van FoodChain ID, die zich richten op het verifiëren van regeneratieve praktijken. Naar mijn mening is de combinatie van regeneratieve principes met de strikte input-eisen van biologische certificering de meest krachtige weg vooruit – een soort ‘regeneratief biologisch’ – om zowel ecologisch herstel als de afwezigheid van schadelijke chemicaliën te garanderen. Andere duurzame methoden zoals geïntegreerde landbouw en kringlooplandbouw delen ook veel principes met regeneratieve landbouw en dragen bij aan de transitie.
De belofte van regeneratie: Een pad naar veerkracht
Waarom is deze beweging zo belangrijk? Omdat regeneratieve landbouw fundamentele oplossingen biedt voor enkele van de grootste uitdagingen van onze tijd. Door de bodem centraal te stellen, kunnen we de vruchtbaarheid herstellen, de wateropname verbeteren en landbouwgrond weerbaarder maken tegen droogte en extreme neerslag. Gezonde, levende bodems vol organische stof kunnen bovendien grote hoeveelheden koolstof uit de atmosfeer vastleggen, waardoor landbouw een deel van de oplossing voor klimaatverandering kan worden, in plaats van alleen een deel van het probleem. De focus op biodiversiteit helpt niet alleen de natuur te herstellen, maar creëert ook stabielere systemen die minder vatbaar zijn voor ziekten en plagen. De vijf kernprincipes – minimale verstoring, bodembedekking, levende wortels, diversiteit en geïntegreerd veebeheer – vormen samen een krachtig recept voor herstel.
Projecten zoals ‘Rooted Generation’ werken aan een toekomstvisie en roadmap om de transitie naar regeneratieve systemen te versnellen. Dit soort initiatieven zijn cruciaal om kennis te bundelen en praktische handvatten te bieden aan boeren, beleidsmakers en bedrijven. Ik geloof dat de verschuiving naar regeneratieve landbouw niet alleen een technische verandering is, maar ook een culturele. Het vraagt om een dieper begrip van en respect voor natuurlijke processen, en een erkenning dat de gezondheid van de bodem direct verbonden is met onze eigen gezondheid en de gezondheid van de planeet.
Voorbij duurzaamheid: Een levende toekomst voeden
Regeneratieve landbouw is geen wondermiddel dat alle problemen in één klap oplost. De transitie vraagt tijd, kennis, investeringen en soms een andere manier van denken. Er zijn uitdagingen rondom opschaling, economische modellen en het waarborgen van authenticiteit. Maar de potentie is enorm. Het biedt een pad dat verder gaat dan ‘minder slecht’ en streeft naar ‘actief goed’. Het is een landbouw die niet alleen voedsel produceert, maar ook leven genereert – in de bodem, in het landschap en in de gemeenschappen die ervan afhankelijk zijn. Als ik kijk naar de pioniers die nu al laten zien wat mogelijk is, en de groeiende interesse bij zowel boeren als consumenten, dan voel ik een oprechte hoop. Hoop op een toekomst waarin landbouw en natuur elkaar versterken, waarin we voedsel produceren op een manier die de aarde voedt in plaats van uitput, en waarin we weer een diepere verbinding voelen met het land dat ons leven geeft. Dat is de belofte van regeneratie, een belofte die we samen waar kunnen maken.