Een innovatieve vorm van biologische landbouw die sinds een tiental jaar ook in Nederland aan populariteit wint, is CSA of Community Supported Agriculture. Simpel gezegd is dat een model van boeren waarbij boeren en klanten een contract aangaan om de kosten, risico’s en opbrengst van de landbouw samen te dragen.
In praktijk zijn er twee verschillende modellen: één waarbij de boer oogst, en de klant in praktijk een groenten- en fruitmand krijgt; en een zelfoogstmodel. In beide gevallen betaalt de klant een vaste prijs, hetzij per maand, hetzij per jaar, waarmee hij in wezen een aandeel neemt in de boerderij in kwestie. De klant betaalt dezelfde prijs, onafhankelijk van wat de oogstopbrengst is dat jaar of die maand: als er dus door extreem weer een probleem is met één bepaalde krop, zeg maar de tomaat, en er zijn nauwelijks goeie tomaten dat jaar, dan kan de klant niet klagen of geld terug eisen. Zo heeft de boer een verzekerd inkomen, en moet hij zich geen zorgen maken bij tegenspoed.
In beide modellen van CSA is het ook de boer die het land bewerkt, de kroppen plant en verzorgt, en bepaalt wanneer kroppen geoogst kunnen worden en in welke hoeveelheid. In het model waarbij de boer ook de oogst op zich neemt, zal hij wekelijks, tweewekelijks of maandelijks een mand maken voor ieder aandeel, die geleverd of opgehaald kan worden. Het zelfoogstmodel gaat nog een stapje verder: de boer stuurt slechts een mailtje wanneer bepaalde gewassen klaar zijn, of gebruikt vlagjes en bordjes om aan te kondigen wanneer iets geoogst mag worden, en de aandeelhouders mogen het dan zelf komen plukken in de aangegeven hoeveelheid.
De voordelen van CSA zijn legio. Hoewel CSA niet per se biologisch moet zijn, is het dat meestal wel. Aandeelhouders weten exact waar hun voedsel vandaan komt en hoe het geteeld wordt. De connectie met de natuur wordt vergroot, zeker in het zelfoogstmodel, wat zeker voor families met kinderen erg leuk en educatief is. De boer wordt beschermd tegen calamiteiten. De bodem heeft er baat bij, want een CSA-boerderij plant gewoonlijk een grote variëteit aan gewassen, wat beter is voor de bodemorganismen dan de gewoonlijke specialisatie van de klassieke landbouw. En de transportkosten en milieu-impact worden zowat tot nul herleid.