Genetische manipulatie bij gewassen is wijd gekend, maar bij dieren staan mensen er niet zo bij stil. Toch zijn ook de meest courante rassen van veedieren vandaag ook het resultaat van kruisingen en genetische manipulatie. Net als bij planten is het doel hiervan om de productie te verhogen, de resistentie te verhogen, en de voedzaamheid te verhogen. In praktijk komt het erop neer dat men dieren zo snel mogelijk groot en dik wil laten worden met zo weinig mogelijk voer, zodat vlees aan de laagst mogelijke kost geproduceerd kan worden.
Dat brengt vooral ethische problemen met zich mee. Ten eerste zijn heel wat dierproeven nodig om de genetische kruising te bewerkstelligen. Mensen steigeren bij het idee dat cosmetica op dieren wordt getest, maar bij genetische manipulatie staat niemand stil. Daarnaast wordt bij het kruisen helemaal geen rekening gehouden met het comfort en de levenskwaliteit van het dier in kwestie. Kippen worden gekweekt om zo snel mogelijk dik te worden, maar het gevolg is dat het merendeel van moderne kweekkippen niet zelfstandig kan lopen: hun lichaam is er letterlijk niet voor gemaakt. Ook worden ze bijvoorbeeld onschadelijk gemaakt door bekken en klauwen minder scherp te kweken, waardoor ze hun normale scharrelgedrag niet kunnen uitvoeren.